Terug van vakantie gaan de overbodige buitenlandse munten en biljetten meestal in een apart potje of laatje. In de veronderstelling dat die misschien nog wel weer eens van pas komen bij een volgende vakantie naar het zelfde vakantieland: Amerika, Denemarken, Engeland, Zwitserland of een ander land waar je (nog) niet met euro’s kan betalen.

Vaak komt er van zo’n tweede keer niets terecht en verdwijnen deze overbodig geworden muntjes en biljetten in een la, jas of tas. Insiders weten inmiddels dat je ze aan allerlei goede doelen kunt geven. In De Pijp staan zogenaamde Brinkiebussen, oude melkbussen die voorzien zijn van een degelijk slot en een inwerpgleuf. Je treft ze aan bij Albert Heijn op de Stadhouderskade, bij de Co-op in de 1e Jan Steenstraat, bij kinderboerderij De Pijp, schoenmaker Otten in de Eerste van der Helsstraat 31 en bij Albert Heijn op het Cornelis Troostplein.

Dat al deze bussen inmiddels geen windeieren opleveren blijkt wel uit het halfjaarlijks overzicht van kinderboerderij De Pijp,dat maar liefst een bedrag van 415 euro vermeld. In 4,5 jaar is dat opgelopen naar 3.504 euro. Sinds 2011 krijgen alle kinderboerderijen in Amsterdam jaarlijks minimaal twee honderd euro uit de algemene ‘pot ‘. Vermeerderd met 100% – na het omrekenen in euro’s – van datgene wat op de kinderboerderij zélf is binnen gekomen, alsook één derde van drie van de inzamelplekken op het Cornelis Troostplein, de 1e Jan Steenstraat en de Stadhouderskade.

Die andere twee derde gaat naar kinderprojecten in India ( zorgboerderij Umang voor meervoudig gehandicapte kinderen ) en Ghana ( de High school voor kinderen vanaf 13 jaar in een achterbuurt in Accra in Ghana).

Kijk daarom in laatjes, jas of tas, want vreemde valuta komt de kinderboerderijen in Amsterdam en kinderprojecten zoals in Afrika goed van pas.